In het Hollandse buitengebied mag een vervallen dijkhuisje plaatsmaken voor een nieuw dijkhuis. Het nieuwe huis blijft aan de dijk, maar knikt ook de polder in. De knik opent het huis naar het noorden. In het lichte hart van het huis verbinden trapsteken de split levels van de poldervloer, dijkvloer, entresol, en zoldervloer.
Het polderhuis heeft twee verdiepingen en het dijkhuis is enkellaags. De gedraaide volumes worden beschermd door eenzelfde rieten kap. De vorm van de kap volgt de meeste keuzes tijdens het ontwerpproces. Alleen het driehoekige daklicht in de knik blijft onveranderd. Dit noorderlicht brengt verrassend veel daglicht in de woonruimte.